Squashjargon

Hand-out: servicewissel.

Drive: lange bal zo dicht mogelijk geslagen langs de zijmuur. 

Boast: bal geslagen via de zijmuur richting de voormuur.

Dropshot: Bal die kort tegen de frontmuur wordt geslagen, zodat de bal voor in de baan 'neervalt' (to drop down).

Lob: Bal die hoger op de voormuur wordt gespeeld en een vertragend effect heeft.

Point-a-Rally: een scoremethode waarbij iedere rally een punt inhoudt. 

Let: overspelen van een punt (vaak in verband met de veiligheid) 

No let: een speler vraagt voor een let, maar krijgt er geen, want meestal is de bal buiten bereik etc. 

Stroke: Punt toegekend doordat de tegenstander verhindert (door bijvoorbeeld in de weg te staan) een winnende bal te slaan. 

Down: Als de bal onder het onderste rode lijn gaat dan zegt de scheidsrechter 'down'. 

Out: Als de bal boven de bovenste rode lijn is dan is de bal 'out'. 

Not Up: Als de bal twee keer stuitert voordat de tegenstander deze kan spelen.

Nickball: Een bal die exact in de rand tussen de vloer en de staande muur valt, nadat hij via de voormuur is geslagen. De bal zal hierop onmiddellijk gaan rollen en is een onbespeelbare bal.